‘Er is geen verschil in milieubelasting tussen beton met uitsluitend grind en beton met deels betongranulaat’, constateert Edwin Vermeulen, lid van de technische werkgroep van opdrachtgever belangenorganisatie Cascade. Dat is de branchevereniging voor zand- en grindproducenten. Tevens is Vermeulen hoofd R&D en kwaliteitsdienst van de Van Nieuwpoort Groep die aangesloten is bij Cascade.
Cascade, dat naast haar eigen leden ook niet-leden heeft betrokken bij deze studie en daarmee circa 90 procent van de markt dekt, heeft de levenscyclus van de productie van ophoogzand, industriezand, steenslag en grind in kaart gebracht. Elektriciteit- en dieselverbruik voor winning en transport werd vertaald naar milieu-effectcategorieën. Denk aan uitputting van schaarse grondstoffen (bijvoorbeeld aardolie), versterkt broeikaseffect (CO2-emissie), verzuring en vermesting, aantasting van de ozonlaag en humane- en ecotoxiciteit. ‘Dankzij deze branchegemiddelden kennen we de milieu-impact van onze producten; wellicht streven individuele bedrijven in de toekomst naar nog duurzamere productie, waarmee men zich positief kan onderscheiden’, aldus directeur Leonie van der Voort van Cascade.
Het onafhankelijke bureau IVAM UvA heeft de LCA in opdracht van Cascade opgesteld. De milieudata worden via de MRPI-bladen (Milieu Relevante Product Informatie) opgenomen in de nieuwe release van de Nationale Milieu Database, zodat belanghebbenden deze gegevens altijd kunnen raadplegen. Verder komen de LCA-gegevens terecht in milieucalculatieprogramma’s als GPR (voor gebouwen) en Dutch Green Building Council die BREEAM voert. Daarbij worden alle milieu-effecten van materialen vanaf de winning tot en met de sloop en het energiegebruik van een nieuwbouw-of renovatieobject berekend. Beide programma’s calculeren deze effecten in de zogeheten Milieu Kosten Indicator (MKI) waarde die door opdrachtgevers in aanbestedingen vereist wordt.
Voor meer informatie over zand –en grindwinning en producenten: www.cascade-zandgrind.nl/